Uitgelicht bericht

School Moves Volleybal

School Moves Volleybal:

  1. Aanleiding
  2. Volleybal op school
  3. Parameters
  4. Voorwaarden spelvormen
  5. De spelvormen
  6. Methodische opbouw
  7. Differentiëren
  8. Trainings- en wedstrijdorganisaties op school
  9. Meest gebruikte methodiek
  10. Leerdoelen
  1. Aanleiding is het promoten van vernieuwde spelvormen in het basisonderwijs. Vele vakleerkrachten zijn onvoldoende op de hoogte van nieuwe spelvormen als School Moves Volley, Smashbal en Beachbal. Via deze brochure wil ik me richten op School Moves Volley. Doelgroep kinderen basisonderwijs vanaf 6 jaar.
  • Volleybal op school: Volleybal is vaak niet de populairste sport om  te geven op school. Het is de meest technische sport. Hoewel het volleybalspel een van de meest gespeelde sporten ter wereld is moeten bonden en verenigingen zich erg inspannen om voor de jongste kinderen attractieve vormen te ontwikkelen die laagdrempelig zijn en uitdaging bieden. School Moves Volley zijn  spelvormen die dynamiek en  uitdaging  in zich dragen en hun nut bewezen hebben. De spelvormen hebben een oplopende moeilijkheidsgraad voor kinderen vanaf 6 jaar. Veelzijdig bewegen en het speels toevoegen van technieken die de kinderen aankunnen maakten de spelvormen tot geliefde,  uitdagende gedeeltes van het bewegingsonderwijs. Ook kunnen de spelvormen gezien worden als basiselementen voor elke andere sport.
  • Parameters:School Moves Volley voltrekt zich veelal op meerdere badmintonvelden welke aaneen liggen. Ook kunnen met een adequaat lengtenet dat gespannen is over de lengte van een volleybalveld meerdere veldjes gecreëerd worden. Veldafmetingen zijn om en nabij 6 meter breed en tussen 4,5 en 6 meter lang. Hoogte van het net is afhankelijk van niveau van de groep. De vakleerkracht zal moeten kiezen voor een hoogte zodat het spel loopt.

Een te laag net maakt reddingen moeilijk (te vlakke balbanen). Een te hoog net maakt reddingen makkelijk. Raadzaam is een goede bal te kiezen b.v. Mikasa School.

  • Voorwaarde spelvormen:Voorwaarde om tot een succesvolle les te komen is de juiste keuze van de spelvormen. Kinderen moeten een uiterste inspanning kunnen doen maar de opdracht moet wel haalbaar zijn. De opdracht moet niet te moeilijk zijn maar zeker niet te makkelijk. Spelvormen moeten super laagdrempelig zijn en voor ieder te behappen. Er moet een methodische opbouw in zitten.

De ene klas is de andere niet !  Globaal kunnen we zeggen dat Niveau 1  geschikt kunnen zijn voor groep 3 en 4. Niveau 2 geschikt voor groep 4 en 5. Niveau 3 geschikt voor groep 5, 6 . Niveau 4 voor groep 7, en 8. Spelvormen moeten een dynamisch en uitdagend karakter bezitten.

  • Spelvormen:Op school wordt vaak met vakken gewerkt en doorgedraaid vandaar aanbieden 2 vormen die een andere uitdaging en telling bieden.

Niveau 1a:

Organisatie: Veld 6 bij 4,5.  3 of 4 Kinderen in veld(afhankelijk van klasgrootte), bij elke bal over net doordraaien. Kind dat bal laatvallen of uit gooit verlaat veld. Wanneer ander kind de bal vangt mag kind weer terug.  Kinderen mogen vangen en gooien hoe ze willen. Team dat veld leeg speelt heeft een punt.

Motivatie: Sterke focus op balvaardigheid en bewegen de basis van elke balsport. Balbanen beoordelen.

Groep 3 en 4:

Niveau 1b. Kinderen kunnen ook gewoon doordraaien (wanneer bal over net gaat) en in veld blijven en rallypunten tellen. Wie heeft het eerst 21 punten.

 Omdat nog veel kinderen moeizaam kunnen vangen is het beter met tellen en niet eruit hoeven als voorbereiding op het veld leeg spelen (1b). Spel dat uitgaat van veelzijdig bewegen (van plaats wisselen, in driehoek of vanuit voerkant bewegen.)

Niveau 2a: Groep 5 en 6 lager onderwijs

Organisatie: Veld 6 bij 4,5 meter (lengtenet over groot volleybalveld of badmintonveld)  3 of 4 Kinderen in veld, bij elke bal over net doordraaien. Kind dat bal laat vallen of uit gooit verlaat veld. Wanneer een kind de bal onderarms opspeelt en vangt  mag het kind dat het langst naast veld staat weer terug.  Kinderen worden gestimuleerd te stoten met een of 2 handen , de bal onderarms met 2 gestrekte armen of met een hands over het net te swingen (smashworp)  Na een fout(en bij begin ) wordt het spel hervat met een onderhandse serve vanuit het veld. Kind dat het kortst bij de bal is slaat op. Wanneer iemand de bal onderarms opspeelt en teamgenoot vangt bal op  mag ieder terug. Team dat veld leeg speelt heeft een punt.

Niveau 2b: Gewoon doordraaien zonder veld te verlaten elke fout is een punt. Rallypoint dus. Vanuit veld serveren. Wel eigen bal onderarms opspelen en vangen.

Niveau 3a. Groep 7 en 8.

Organisatie: Veld 6 bij 6 meter. 3 of 4 Kinderen in veld, als de bal over net gaat draai je door. Beginbal met serve vanuit veld. Wie de bal heeft serveert.  Elke bal moet door ontvangende partij onderarms opgespeeld worden en door   medespeler gevangen worden.

Bij elke vangbal mag een speler(speelster) terug. We stimuleren de kinderen de ballen te stoten (latere bovenhandse techniek, stoten is een voorbereidende vorm), strekworp (latere tip ) , swingworp (latere smash) of met gestrekte armen te gooien (onderarms passen).

Motivatie: Onderarms spelen, richten, serveren zonder fouten vanuit kleine afstand. Stimuleren volleybaleigen bewegingen: stoten- swing en strekworp.

Niveau 3b. Ook is het mogelijk steeds door te draaien zonder dat een speler(speelster) eruit gaat. Elke bal moet onderarms door speler zelf of partner opgevangen worden. Rallypointtelling.

Niveau 4a.

Organisatie: Veld 6 bij 6 meter. 3 of 4 Kinderen in veld, als de bal over net gaat draai je door. Beginbal met serve vanachter veld. Speler op rechtsachterplaats serveert.  Elke bal moet door ontvangende partij onderarms opgespeeld worden en door medespeler gevangen worden. Speler die fout maakt verlaat het spel.

Bij elke vangbal na onderarms spelen mag een speler(speelster) terug (Serverend).Spelers die er uit zijn staan in volgorde van duurte achter achterlijn. Speler die het langst eruit is serveert het eerst. En komt terug in veld. We  adviseren de kinderen de ballen te stoten (latere bovenhandse techniek, stoten is een voorbereidende vorm), strekworp (latere tip ) , swingworp (latere smash) of met gestrekte armen te gooien, maar kinderen mogen ook de bal na controle worp de bal er bovenhands overheen spelen, na controleworp de bal er onderarms overheen spelen, na opworp (controleworp) de bal er overheen slaan of tippen. Ook mogen vakleerkrachten een keuze maken afhankelijk van niveau van kinderen.  Door toevoeging van bovenhands spelen, slaan, en tippen worden alle volleybaltechnieken op een simpele wij wijze in de spelvorm gebouwd. Spelvorm met hoog “mag” karakter. Goede kinderen moeten gestimuleerd worden zoveel mogelijk grove volleybaltechnieken te gebruiken. Het mindere kind zal blijven gooien. Wie een fout maakt gaat op de serveerplaats staan en komt er weer serverend in vanachter de achterlijn. Maak je een vangbal en je mag serveren en er staat niemand uit dan wordt vanuit veld geserveerd. Wie scoort gaat serveren ! Wanneer er niemand achter de achterlijn staat wordt er vanuit het veld geserveerd !

Motivatie: Serveren vanaf achterlijn, slaan-, bovenhands-  ,onderarms- en tip  vanuit controleworp toevoegen aan spelvorm als dit haalbaar is.

Niveau 4 b. Er kan ook gespeeld worden zonder eruit te gaan. Er wordt met rallypoint geteld.

Elke eerste bal onderarm opspelen naar teamgenoot. Bij elke bal over net doordraaien.

  • Methodische opbouw.

Spelvormen waarborgen een methodische opbouw naar technieken die eventueel op sportclubs kunnen worden uitgebouwd.

Algemene balvaardigheid naar  sportspecifieke balvaardigheid (de volleyeigen worpen, vangen in splitstep) naar  volleybalvaardigheden pass, serve, slaan, bovenhands spelen en onderhands spelen.

Bovenhands spelen: algemene balvaardigheid – volleybaleigen stoten – via controle worp bovenhands spelen

Onderhands spelen: algemene balvaardigheid – met gestrekte armen vangen en gooien – bal onderarms opspelen en zelf vangen – bal onderarms opspelen en naar partner spelen – bal via een controleworp naar partner richten.

Onderhands serveren: algemene balvaardigheid – met een arm kunnen rollen en gooien, vanuit kleine afstand serveren(vanuit veld dus) – vanuit grotere afstand – vanachter achterlijn serveren.

Slag of smash: swingworp wordt slag op niveau 4.

Tip : stoten met een hand wordt tip vanuit controleworp

Kinderen die het aankunnen zullen gaandeweg steeds meer volleybaltechnieken gaan gebruiken. Zeker als die aangereikt worden door de vakleerkracht.

Spelvormen evalueren sterk maar minder begaafde kinderen kunnen toch de simpele technieken kunnen blijven gebruiken. De uitblinkers zullen de nieuwe technieken als een uitdaging zien.

  • Differentiëren:

De ervaren vakleerkracht kan eindeloos differentiëren teneinde het voor ieder interessant te houden. In de hogere klassen kun je bijvoorbeeld op 4 verschillende velden de 4 niveaus spelen. We kiezen voor de organisatie Move up Move down (m.a.w. winnaars naar rechts verliezers naar links. De winnaars zullen een steeds moeilijkere spelvorm moeten spelen. Ook kunnen betere kinderen op een groter veld spelen tegen kinderen op een kleiner veld. Zo kunnen mindere ook eens van de betere winnen. Ook kunnen vakleerkrachten betere kinderen een moeilijkere opdracht geven b.v. op niveau 4 verplichten de bal met een volleybaltechniek te spelen terwijl andere nog gooien. Vakleerkrachten kunnen ook opdrachten geven als de groep het aankan b.v. kinderen van groep 8 mogen alleen bij niveau 4 de bal in rally met volleybaltechnieken naar andere kant spelen.

  • Trainings en wedstrijdorganisaties:

Bij het gebruik van een lengtenet (zie www.volleybalnederland.nl zijn uitdagende trainingsorganisatie mogelijk zoals move up, move down(winnaar naar links , verliezers naar rechts) Streetvolley, een team blijft op het buitenste veld staan alle teams draaien kloksgewijs door. Winnaars krijgen 3 punten, gelijk 2 punten en verliezers 1 punt.

  • Meest gebruikte methodiek:

Meest gebruikte en effectieve methodiek is de methodiek aanleren, met elkaar spelen (wie kan een serie maken, wie heeft het eerst een aantal goede acties gemaakt) en tegen elkaar spelen zie leidraad spelvormen Adrie Noij.

  1. Leerdoelen per niveau:

Niveau 1: Balvaardigheid : gooien met een of 2 handen, in alle houdingen vangen, in armen vangen, in handen vangen, kleine en grote ballen vangen, gooien vanuit nek, gooien met strek , swing, stoten, uit verschillende balbanen vangen.

Niveau 2: Onderhands serveren vanuit veld

Niveau 3: Volleybaleigen gooien stimuleren en onderarms opspelen voor jezelf of partner

Niveau 4: Onderarms opspelen naar partner, bal na controleworp bovenhands spelen, na cw bovenhands spelen, na cw slaan, na cw tippen.

Tips:

Begin laagdrempelig vaak bij niveau 1. Wanneer het loopt ga naar niveau 2 etc.

Doorontwikkeling CMV

Doorontwikkeling CMV.

Afgelopen 20 jaar heeft CMV haar nut bewezen. Vele kinderen vonden hun weg naar volleybal. Hierdoor werd  er voor de NEVOBO een nieuwe doelgroep aangesproken, kinderen tussen 6 en 10 jaar. In deze periode zijn kinderen vroeger gaan sporten en vroeger competitie gaan spelen door CMV.


Om tot een juiste doorontwikkeling te komen moet je eerst definiëren aan welke voorwaarden spelvormen moeten voldoen, voor mij persoonlijk betekent dit:

Haalbaarheid van oefenstof voor een gemiddeld kind van die leeftijd per niveau. Haalbaarheid geeft succesbeleving en succesbeleving is motivatie.

Zeker de eerste 3 niveaus moeten laagdrempelig (dus minimale technische onderdelen) zijn omdat dit de echte instroomniveaus zijn. Meestal worden kinderen lid van de volleybalvereniging op deze niveaus, je kunt dan meteen aanhaken. Ook voor de gymleerkrachten moet je het vooral simpel en herkenbaar houden.

Geen speler mag het spel domineren. Iedereen moet maximale inbreng hebben.

Voorbeeld: na 3 moeilijke serves draai je door. Geen bovenhandse serve op niveau 5.

Dynamiek moet voorwaarde zijn, er moet zeker in de eerste niveaus maximaal bewogen worden, balbaanherkenning en oriëntatie in ruimtes dienen ontwikkeld te worden, we leven immers in een bewegingsarme maatschappij.

Dynamiek en uitdaging (veld leegspelen) zijn leidend voor deze leeftijdscategorie. Je beweegt in wisselende, veelzijdige patronen met 1,2,3 of 4 kinderen !

Plezier, spel en veel rallyspel zijn belangrijker dan winnen.

Veel balcontacten en juiste uitvoering moeten zorgen voor ontwikkeling. Geen stoplichten in spel.

Spelvormen moeten appelleren aan teamsport.

K.I.S.S. Keep it simpel and stupid. Kinderen moeten de spelvormen zeker op de eerste niveaus zelfstandig kunnen spelen. Er moet meer herkenbaarheid zijn.

Er moet een bepaalde “flow” in de game zijn, zeker geen stoplichten. Spel moet doorgaan. Bij serveren op niveau 1 zouden kinderen veel te lang naar de bal wijzen en haal je het tempo uit het spel.

Methodische opbouw als een lijn door de 6 niveaus: algemene balvaardigheid, sport specifieke balvaardigheid, simpele technieken, combinaties van hulptechnieken (vanggooi en vang-stoot) naar technieken met een oplopende moeilijkheidsgraad. (smash, tikbal, sprongfloat etc.) De 6 niveaus vormen een uitgekiende methodiek.

Bij de leerlijn onderarms: algemene balvaardigheid(zonder balvaardigheid kun je niet beginnen met volleybaltechnieken), volleybal specifieke balvaardigheid, onderarms opspelen en bal voor jezelf opvangen, richten bal onderarms naar je medespeler mikken, dan bal passen naar setter, bal onder moeilijkere bal passen naar setter.

Eerste 3 niveaus moeten zo geïmplementeerd kunnen worden in de gymlessen van het basisonderwijs zodat kinderen volleybal ontdekken op jonge leeftijd. Niveau 1 voor groep 3 en 4, niveau 2 voor groep 4 en 6, en niveau 3 voor groep 5 en 6.
Simpele 3 niveaus moeten overal in Nederland bekend zijn.


Doorontwikkeling, grootste verbeterpunten:

Niveau 1.2.3

  • Verenigingen delen uit praktisch oogpunt de teams te groot in, vaak zag ik teams van 6 en 7. Dan staan er helaas te veel kinderen langs de lijn.

Oplossing: teams van niveaus 1,2 en 3 mogen maar uit maximaal 4 kinderen bestaan. Dit garandeert veel balcontacten. Kleinere teams worden gedoogd ! Clubs zouden zoveel mogelijk teams moeten indelen met 4 kinderen. Heb je nu 7 kinderen dan kun je beter een team van 3 en van 4 kinderen maken.  Je genereert tijdens het spelen meer balcontacten en je creëert maximale participatie en betrokkenheid. Voor niveau 4, 5 en 6 speelt dit minder, hier draaien kinderen in het team bij de opslag in. Teamgrootte bij voorkeur 5.

  • Te ingewikkelde telling wat tot verwarring en discussie en interpretatie leidt bij niveau 2 wanneer na 3 vangballen een speler terug mag.

Oplossing: Kinderen mogen zelf kiezen of ze de bal vangen, onderarms opspelen en hun eigen bal vangen of de bal naar een medespeler spelen die hun bal vangt. Vang je de bal dan blijf je in het veld, speel je bal onderarms en vang je hem op dan mag een speler terug; pass je de bal naar de medespeler en die vangt hem op dan mogen alle spelers die buiten het veld staan terug. Tijdens het seizoen zullen de kinderen steeds meer onderarms gaan spelen. Dit garandeert een mooi instroomniveau naar niveau 3. We hebben nu niet meer te maken met tellingen en interpretatieverschillen,  het spel is versimpelt, kinderen kunnen zelfstandiger spelen. Er zal een leuke progressie ontstaan ten aanzien van het onderarms spelen.

  • Vanggooi of vangstootbeweging werd niet correct uitgevoerd en er werd gelopen met de bal.

Oplossing: 2 Seconden regel invoeren. Als de kinderen 2 seconden hebben om de bal door te gooien of stoten gaat het sneller en vloeiender. De eerste seconden wordt gebruikt om de bal naar beneden te drukken, de tweede om hem weg te stoten of opgooien. Behandel de bal als een “brandende  bom”. De praktijk wijst uit dat dit werkt!

  • Gedogen: vaak worden kinderen gedwongen te serveren waar de bal op de grond komt b.v. ver in het achterveld. Dit leidt tot veel fouten.

Oplossing: Iedereen mag 1,5 meter voor het net gaan staan. Hoe minder fouten hoe meer balcontacten, hoe meer spel. Dit leidt tot meer rally’s.

  • Eerste 3 spelvormen kunnen simpel in het basisonderwijs geïmplementeerd worden zodat volleybal ontdekt kan worden.

Niveau 4, 5 en 6.

Hier zit een logische opbouw in. Om het spel gaande te houden wordt op niveau 4 de vanggooi of vangstoot gebruikt.

Op niveau 5 wordt doorgespeeld vanuit een makkelijke serve (onderhands) om tot rally’s te komen. Met bonuspunten wordt rallyspel gestimuleerd.

Op niveau 6 moet je alles kunnen en onder een hogere weerstand spelen ( je mag bovenhands serveren, er wordt meer gesmasht etc.) Je kunt laten zien wat je daarvoor geleerd hebt. Dit is het niveau waar je naartoe gewerkt hebt.


Bij CMV moet rallyspel voorop staan, er moet spel ontstaan !

Ridderorde voor volleybalman Adrie Noij uit Cuijk

Ridderorde voor volleybalman Adrie Noij uit Cuijk

zo 15 jan 2017, 17:01    578 keer gelezen   Sport

SINT ANTHONIS/CUIJK | Adrie Noij (65) uit Cuijk is zondag benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. De heer Noij kreeg de Koninklijke onderscheiding vanwege zijn jarenlange inzet voor de volleybalsport op nationaal en internationaal niveau. De onderscheiding werd uitgereikt door burgemeester Marleen Sijbers van de gemeente Sint Anthonis na afloop van de eredivisiewedstrijd van volleybalvereniging Flamingo’s Activia in Sint Anthonis.

De heer Noij heeft een behoorlijke staat van dienst bij diverse volleybalverenigingen. Hij is al 35 jaar volleybaltrainer/coach.  Momenteel is hij trainer/coach van de volleybalverenigingen Flamingo’s 56 Gennep, Activia Sint Anthonis,  Energo Beers en Shock Cuijk.

Cool Moves
Door zijn visie en enorme inzet is het Cool Moves Volleybal (CMV) ontstaan. Hierdoor werd volleybal toegankelijk voor de jeugd tussen 6 en 12 jaar oud. De heer Noij werkte deze methodiek na uitgebreid onderzoek uit en testte deze in de praktijk bij zijn verenigingen. Van 2007 tot 2014 heeft hij zitting gehad in de Werkgroep Cool Moves Volley en vanaf 2010 maakte hij deel uit van de werkgroep Jeugd. Vanuit deze werkgroepen is het CMV verder ontwikkeld, uitgerold en gestimuleerd. Ook heeft de heer Noij geholpen bij de opzet van de kaderopleiding voor trainers en menige vereniging heeft hij hulp geboden bij de opstart van CMV.
Ook internationaal wordt het Cool Moves Volley naar Nederlands model omarmd. In Denemarken, IJsland en Zweden lopen al succesvolle competities met recorddeelnemers en België, Duitsland en Spanje tonen hun interesse. Hij heeft in diverse landen clinics gegeven aan trainers om deze methodiek verder te verspreiden.

Oprichter FAST
De heer Noij is ook medeoprichter van de stichting FAST. Deze stichting stelt zich ten doel op langere termijn het eredivisie niveau te continueren en samen regionale opleidingsactiviteiten te ontwikkelen. In 2005 ontving de heer Noij van de NeVoBo (overkoepelende organisatie voor volleyballers, beach- en zit volleyballers in Nederland) voor zijn verdiensten een gouden speld.
Zijn maatschappelijke betrokkenheid heeft hij met name getoond door zich in te zetten voor kinderen in Afrika. Zo heeft hij eigenhandig in de gehele regio volleybalkleding verzameld en deze kleding heeft hij tijdens zijn bezoeken aan Afrika weer een “tweede leven geschonken”.
De heer Noij is iemand die zich al geruime tijd ten bate van de samenleving inspant. Zijn verdiensten met brede en internationale uitstraling betekenen heel veel voor deze sport. Cool Moves Volley heeft brede navolging gekregen en hij heeft hierdoor de volleybalsport enorm gestimuleerd. Op grond van zijn vele verdiensten op maatschappelijk gebied heeft het Zijne Majesteit de Koning behaagd hem te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

Nieuwste reacties

Allang bezig en no lang niet klaar. Proficiat Adrie. Jacques Theunissen 2 uren geleden

Top Adrie proficiat! Marian Kersten 2 uren geleden

Geweldig echt verdiend proficiat Kees Grijsbach 4 uren geleden

Proficiat Adrie! Dik verdiend! Peter van Grinsven 4 uren geleden

CMV Clinic Volleybalvereniging E.V.V. op 26 maart 2016

Volleybalvereniging EVV Elburg nodigt CMV trainers, jeugdtrainers, coaches en geïnteresseerden uit om op zaterdag 26 maart deel te nemen aan de CMV-trainersclinic. Adrie Noij, grondlegger van het Cool Moves Volleybal, laat trainers op enthousiaste en uitdagende wijze allerlei oefenstof zien en vertelt er de achtergronden bij.

Een inspirerende clinic voor trainers, coaches en geïnteresseerden.

Waar: MFC ’t Huiken, Lange wijden 33, 8081 VS Elburg, Tel;
Wanneer: Zaterdag 26 maart 2016
Tijd: 09.30-10.00 uur: inloop met koffie/thee
10.00-12.00 uur: clinic
12.00-13.00 uur: lunch, koffie/thee

Wil je meedoen aan de clinic, meld je aan bij Kay Bosscha (kaybosscha@hotmail.com). Deelname is gratis voor EVV-leden; niet-EVV’ers vraagt de vereniging een bescheiden bijdrage van  € 5,00 p.p. ter dekking van de kosten voor lunch, koffie en thee. S.v.p. over te maken op rekeningnummer; NL93RABO0387630848 t.n.v. E.V.V. onder vermelding van Clinic,  na(a)men en vereniging.

CMV-trainers van E.V.V. gaan actief deelnemen aan de clinic. Mocht uzelf de oefening willen ondergaan, vergeet dan niet uw volleybalschoenen en -kleding mee te nemen. Adrie zal steeds een beroep doen op een aantal actieve deelnemers, om zijn oefeningen te laten zien en uit te leggen. U bent dus niet twee uur achtereen actief.

Over Adrie Noij

Adrie Noij is degene die de beginselen van het Cool Moves Volley heeft ontwikkeld. Hij is nauw betrokken bij het CMV in Nederland en wil graag al zijn kennis en ervaring delen met trainers. Adrie is in volleyballand een bekend persoon en vele trainers volgen zijn clinics en adviezen. Het gaat Adrie niet alleen om het ontwikkelen van het technisch niveau in zes spelniveaus, maar ook om de Keys to succes. Wat maakt een vereniging succesvol? Voor Adrie zijn dat: werven, scheppen van pedagogisch klimaat, expertise vergaren, nevenactiviteiten, binding, imago, professionaliseren en ambitie niveau. Een mooie gelegenheid om tijdens de lunch van gedachten te wisselen over de Keys to succes en de ervaring van de clinic met elkaar te delen.

Wij hopen veel trainers, coaches en geïnteresseerden te ontmoeten in Elburg MFC ’t Huiken.

Adrie Noij heeft 3 leidraden over CMV geschreven; U kunt de leidraden CMV, leidraad CMV Spelvormen en het boek Vaardigheidskaarten kopen na de clinic, tijdens de lunch.

Contactpersoon; Kay Bosscha; kaybosscha@hotmail.com

CMV Clinic 28 februari in Hilversum

CMV ClinicCMV trainersclinic van Adrie Noij bij volleybalvereniging VIF in Hilversum, zondag 28 februari 2016

Volleybalvereniging VIF in Hilversum en de Nevobo nodigen CMV-trainers, jeugdtrainers, coaches en geïnteresseerden uit om op zondag 28 februari 2016 deel te nemen aan de CMV-trainersclinic. Niemand minder dan Adrie Noij, grondlegger van het CMV, laat op aanstekelijke wijze allerlei oefenstof zien en vertelt er de achtergronden bij. Een inspirerende clinic voor (CMV-)trainers, coaches en geïnteresseerden.
Wil jij meedoen aan de clinic? Meld je dan aan via clinic@vifhilversum.nl met je naam, vereniging en met hoeveel personen je aanwezig bent. Voor de clinic wordt een bijdrage gevraagd van € 3,- p.p. Dit kan worden voldaan bij aankomst.

Waar: Sporthal De Lieberg, Jan van der Heijdenstraat 172, 1221 EM, Hilversum
Wanneer: zondag 28 februari 2016
Tijd: Inloop 10:00 uur, clinic start in de zaal 10:30 uur
Aanmelden: Via email clinic@vifhilversum.nl

CMV-trainers worden gevraagd om actief deel te nemen dus vergeet vooral je volleybalschoenen en kleding niet! Na 2 uur oefenen in de zaal is er gelegenheid om na te praten in het sportcafé van De Lieberg en alle vragen te stellen.

Adrie Noij is degene die de beginselen van het Cool Moves Volley heeft ontwikkeld. Hij is nauw betrokken bij het CMV in Nederland en met al zijn ervaring en kennis weet hij alles over volleybal voor kinderen in de leeftijd tot 12 jaar. Adrie is in volleyballand dan ook een bekend persoon en vele trainers en opleiders volgen graag zijn clinics en adviezen. CMV kent zes verschillende spelniveaus, zodat ook de jongste volleyballers stapje voor stapje op een speelse, dynamische manier het spel onder de knie kunnen krijgen.
We hopen veel trainers en/of coaches te mogen zien in Hilversum!
Adrie Noij heeft 3 Leidraden over CMV geschreven: U kunt de Leidraden CMV, Leidraad CMV Spelvormen en de het boek Vaardigheidskaarten kopen voor en na de clinic en in de pauze.

Vaardigheidskaarten CMV

CMV-Vaardigheidstesten ontwikkeld en in de praktijk gebracht
Door: Nick de Wild
Foto’s: Nick de Wild

Adrie Noij, de uitvinder en grondlegger van het Cool Moves Volleybal (CMV), heeft het afgelopen jaar nieuwe vaardigheidstesten ontwikkeld voor de zes CMV levels. Deze testen worden inmiddels in de praktijk gebruikt bij Flamingo’s ’56. Volley Techno bezocht Adrie bij een training die in het teken stond van het afnemen van de vaardigheidstesten.

Vaardigheidstesten bij mini’s?
Vaardigheidstesten kunnen gebruikt worden om progressie te meten. Adrie: “Elk kind zal altijd haar eigen ontwikkelingsniveau volgen. De ontwikkeling is van vele factoren afhankelijk; hun fysieke ontwikkeling – heeft te maken met bewegen en lichamelijke groei. Hun psychosociale ontwikkeling – heeft te maken met leren van waarden en sociale en emotionele ontwikkeling. Hun cognitieve ontwikkeling – heeft te maken met het vermogen tot denken. Het aantal uren dat een speler traint. Een goede begeleiding door goed geschoolde trainers enzovoort. Wat we makkelijk kunnen meten zijn hun technische en fysieke ontwikkelingen. Inzet, samenwerking en motivatie vallen hier buiten. Vandaar een poging om objectieve meetopdrachtjes te maken.”

Uitdaging bieden en scores verbeteren
Adrie: “Een belangrijk argument is dat je gemaakte progressie kunt meten, elke periode van ongeveer twee maanden moet er vooruitgang zijn. Uitdaging!! Elk kind wil uitdaging, een scoreformulier werkt motiverend. Steeds proberen je scores te verbeteren. Als trainer is het belangrijk te weten wat de juiste oefenstof is. De vaardigheidstoetsen kunnen soelaas bieden. CMV- en Smashbal-spelers zijn erg gebaat bij individuele oefenstof, dus veel oefeningen met één kind één bal. Immers, door eerst de balcontrole te stimuleren kunnen de spelers later makkelijker overgaan naar “samenspel”. Voor de trainer kan het ook raadzaam zijn de ene groep met de andere te vergelijken om te bepalen of zij aan hun doelstellingen voldoen. Met één oogopslag kunnen trainer en kind zien welke scores laag zijn en waar extra aan gewerkt moet worden.”

Records vestigen
Adrie heeft de vaardigheidstesten zo ontwikkeld dat ze CMV-niveau gerelateerd zijn en corresponderen met de te trainen onderdelen. “Als bepaalde vaardigheden onvoldoende of niet getraind zijn zal dit onmiddellijk zichtbaar zijn. Voor een trainer zijn het richtpunten of hij de belangrijkste stof behandeld heeft. Haal ik als trainer mijn doelstellingen? Trainers kunnen per jaar gescoorde punten aan het einde van het seizoen vergelijken. Scoringslijsten kunnen kinderen uitdagen steeds weer een record te vestigen. Per niveau kunnen we kijken of je per seizoen voldoende punten scoort. Wat moet je minimale score zijn voor een volgend niveau?”

Tips ter voorbereiding
In het boekje over CMV-vaardigheidstesten dat Adrie Noij gemaakt heeft, staan de volgende tips om deze vaardigheidstesten degelijk voor te bereiden:
1. Zorg ervoor dat er niet meer dan één training voor alle testen gebruikt wordt.
2. Zorg voor voldoende hulptrainers.
3. Laat kinderen ook bij elkaar tellen, zo hou je de flow erin.
4. Leg de testkaarten op een centraal punt, bijvoorbeeld kast midden in de zaal zodat je makkelijk van test kunt wisselen.
5. Werk in kleine groepjes, bijvoorbeeld drie a vier kinderen.
6. Laat de kinderen even vertrouwd raken met de oefening. Even oefenen.
7. Zorg dat alle testen al eens tijdens de training gedaan zijn.
8. Daar waar de vaardigheden nog niet getraind zijn: zet een dwars streepje op het formulier. Je kunt immers niet alle vaardigheden in een paar weken trainen. Gaandeweg het seizoen moeten alle vaardigheden op de testformulieren komen.
9. Zorg voor voldoende kopieën, gum en potloden.
10. Bereken de totalen per kind.
11. Maak van elk kind een winnaar. Bij goed trainen zal ieder voldoende progressie tonen.
12. Organiseer goed en zet alle attributen tijdig klaar anders lukt het niet in één training.
13. Sluit af met een mooi certificaat of diploma.
14. Testen zijn gemaakt voor een gemiddeld kind. Als trainer heb je te maken met grote verschillen in niveau. Maak de oefening iets makkelijker als het niveau van de groep erom vraagt. Streef naar succesbeleving. Zeker aan het eind van seizoen.

Diploma’s
De vaardigheidstest lijsten kunnen omgezet worden in diploma’s. Om een zo objectief mogelijke test te kunnen maken, wordt er veelal gewerkt met het principe: één kind één bal. Wanneer een kind met een super goed kind zou overspelen zou de objectiviteit vervallen. Het gaat vooral om individuele vaardigheden. Testen kunnen zowel motorisch als technisch zijn! De vaardigheidtesten zijn altijd gerelateerd aan het speelniveau van het kind. Adrie: “Maak van elk kind een winnaar: iedereen boekt tenslotte progressie!”

Niveau-6 testen
Deze ochtend zien we Flamingo’s ’56 – CMV-spelers van niveau 6 aan het werk. Er zijn voldoende hulptrainers om de testen te begeleiden. De lijsten liggen klaar en de zaal is strak ingericht om de verschillende testen af te nemen. Per test is een kaart aanwezig. De organisatie is er helemaal klaar voor. De kids zetten hun beste beentje voor en er worden meerdere persoonlijke records gevestigd! Alles wordt netjes genoteerd. Per speler worden de scores genoteerd op een persoonlijk A4-tje. Adrie: “Ik wil allemaal winnaars hebben”. Volley Techno is overtuigd: op deze manier gaat dat zeker lukken!

Niveau 6: Test 8 Onderarms – tip
Doel van de test
Het doel is om het onderarmse spelen en de tipbal(push) te testen.
Uitvoering
Arrangement
De benodigdheden voor deze test zijn:
• 1 bal
Activiteitsomschrijving
Pass de bal tegen muur, terugkomende bal “plukken” (dus met één hand naar grond drukken), de opstuitende bal wordt weer tegen de muur gepasst, terugkomende bal nu weer met de hand “plukken”, etc. \Je hebt één poging.
Regels
• Ongeveer 3 meter voor de muur staan
Meetbaarheid
• Serie van 10 is 1 punt
• Serie van 20 is 2 punten
• Serie van 30 is 3 punten
• Serie van 40 is 4 punten
• Serie van 50 is 5 punten
• Serie van 60 is 6 punten
• Serie van 70 is 7 punten
• Serie van 80 is 8 punten
• Serie van 90 is 9 punten
• Serie van 100 is 10 punten
Resultaat notering
In de map zit een blad waarop de score genoteerd kan worden.

CMV Clinic bij Ardea in HEERHUGOWAARD

CMV-clinic van Adrie Noij bij volleybalvereniging Ardea

Volleybal vereniging ARDEA nodigt CMV-trainers, jeugdtrainers, coaches en geïnteresseerden uit om op zondag 15 februari 2015 deel te nemen aan de CMV-clinic. Niemand minder dan Adrie Noij, grondlegger van het CMV, laat trainers op aanstekelijke wijze allerlei oefenstof zien en vertelt er de achtergronden bij. Een inspirerende clinic voor (CMV-)trainers, coaches en geïnteresseerden.

Wil jij meedoen aan de clinic meld je aan via clinic@ardeahhw.nl. Wij vragen een kleine vergoeding van € 2,00 per persoon. (Consumpties voor eigen rekening)

Waar: Deimoshal aan de Deimoslaan 13
Wanneer: zondag 15 februari 2015
Tijd: inloop 10:00 uur     Clinic in de zaal: 10:30
Aanmelden: via email clinic@ardeahhw.nl

CMV-trainers worden gevraagd om actief deel te nemen dus vergeet vooral je volleybalschoenen niet! Na 2 uur oefenen in de zaal is er gelegenheid om na te praten in de kantine.

Adrie Noij heeft 3 Leidraden over CMV geschreven:
U kunt  de Leidraden CMV,  Leidraad CMV Spelvormen en de het boek Vaardigheidskaarten  kopen  voor en na de clinic en in de pauze.

Graag zijn wij jullie in de zaal!

Organisatie: ARDEA in samenwerking met de NEVOBO

Met vriendelijke groet,
Marjolein Broersen en Marleen Lubbers
Jeugdcommissie Ardea

Meer mannen voor CMV docent

Ton Epping poneert vol passie op persoonlijke wijze deze stelling.
“Mannen brengen meer humor”.
Onder deze kop bracht de Volkskrant op dinsdag 8 november 2011 het bericht, dat het ministerie van onderwijs zich ernstig zorgen maakt over de feminisering van het lager onderwijs. (7 mei 2014 opnieuw) Slechts 15% van alle docenten is nog man. Dat percentage halen wij niet eens: in de 10 jaar dat ik CMV cursussen, bijscholingen en zo’n 70 minitoernooien heb bijgewoond, heb ik slechts 3 mannelijke minitrainers ontmoet, en dat is wel inclusief Adrie Noij.
Zowel in Nederland als in andere landen (Afrika, Malawi bijvoorbeeld) worden voetbalmini’s door mannen en volleybalkids door vrouwen getraind.  Zelfs Bas van der Goor treedt alleen op in een voetbal reclamespotje voor zijn foundation. Een gemiste kans voor volleybal!

Leest u in het pdf document het volledige artikel uit de Volley Techno van september 2014

Ton Epping Meer mannen voor mannen!

Beachbal als speerpunt! Aanvallen als speerpunt!

beach volleybal beachvolleybal strandBeachbal is kansrijk. Ook spelers met minimale vaardigheden moeten beachvolleybal kunnen ontdekken.

In Nederland wordt beachvolleybal vooral gespeeld door technisch goed onderlegde spelers(sters), die meestal met de sport in de zaal zijn begonnen. Er zijn nauwelijks spelvormen die als een introductie tot beachvolleybal gelden. Jammer want er zijn veel doelgroepen die in de vakantietijd, op campings, langs stranden en meren, op pleinen, toeschouwer zijn.

Het is van belang om deze groepen te verleiden het ook eens te proberen. Hiervoor moet er wel een goede methodische opbouw in spelvormen ontstaan zodat er voor ieder succesbeleving ontstaat. En de uitdaging  om steeds voor een hoger niveau te gaan!

Binnen het thema Beachbal gaat Adrie noij er puntsgewijs verder op in.

Lees het volledige artikel uit de Volley Techno van maart 2014 in dde PDF bijlage.  Dit interview is geschreven door Nick de Wild.

Beachbal -Volley Techno

Spelregels CMV

Cool Moves Volley (CMV) is speciaal voor kids van 6 jaar tot en met 12 jaar. Via verschillende niveaus leer je, op een leuke manier, stapsgewijs volleyballen.

In het PDF document hieronder vindt u de nieuwste spelregels, zoals die door de NEVOBO zijn vastgesteld.

spelregels-cmv-2013-2016

Wilt u meer informatie of een toelichting over de spelregels, dan kunt u bellen met Adrie Noij of een email sturen.

Cool Moves Volley – Smashbal

De voordelen van Cool Moves Volleybal.
– Het spel is meer ontwikkeld vanuit de gedachte- en belevingswereld van het jonge kind.
– Het spel straalt veel beweging en dynamiek uit.
– Het spel biedt een uitdaging.
– De vele grondvormen van bewegen wordt spelenderwijs aangeleerd.
– Het perifeer inzicht en de balbaan-herkenning worden al in een vroeg stadium gestimuleerd.
– De grove basisbewegingen voor het volleybalspel worden op een speelse wijze aangeleerd.
– De kinderen hebben een goed instroomniveau voor het mini-volleybal, niveau 4,5 en 6.
– Cool Moves volleybal is een volwaardig balspel, dat al in de middengroepen van het basisonderwijs kan worden geïntroduceerd (vanaf groep 3/4). Kinderen ontdekken volleybal op jonge leeftijd.
– Cool Moves volleybal vormt een basis voor elke balsport.
– In Nederland is het gebruikelijk dat kinderen, nadat zij op vier- en vijfjarige leeftijd zwemonderwijs gevolgd hebben, een sport gaan kiezen. De volleybalsport heeft met de introductie van circulatievolleybal een spel in handen, dat met succes kan concurreren met andere balsporten vanaf 6 jaar!
– Waar andere bonden al op zeer jonge leeftijd sporten in competitieverband organiseren, kan nu ook de volleybalsport hetzelfde aanbieden aan hun jongste spelers.
– Ieder kind kan aan het Cool Moves volleybal deelnemen. Zowel de meer begaafde als ook het motorisch minder ontwikkelde kind. Ieder kind wordt actief betrokken in het spel.
– Jongens en meisjes kunnen in het Cool Moves volleybal gewoon samenspelen.
– CMV zijn spelvormen waar kinderen veel, veelzijdig en plezierig bewegen, waar de spelvorm aangepast is aan de ontwikkeling van het kind en waar eenieder gelijke speelkansen geboden worden.

SMASHBAL is een uitdagend volleybalspel dat zich richt op de meest aantrekkelijke volleybaltechniek; de Smash. De volleybalbeleving is binnen dit spel het uitgangspunt, waardoor het smashbal een stoer, aantrekkelijk en uitdagend karakter heeft. Smashbal is opgebouwd uit 4 levels waarbij elke rally eindigt met een smash. Dit volleybalspel richt zich met name op jongens, maar meisjes vinden het ook erg leuk.
Smashen, actie, rally’s en plezier staan centraal
* – Veel balcontacten per persoon
* – Iedereen (elk spelniveau) kan het spel spelen
* – Het spel kan goed gespeeld worden binnen het onderwijs (door move up – move down principe kunnen veel kinderen tegelijkertijd spelen)
* – Het spel is aantrekkelijk omdat de smash en serve al vanaf level 1 gespeeld wordt
* – Kinderen kunnen naast hun eigen sport (bv voetbal, hockey) deelnemen aan

Wilt u meer informatie of een clinic organiseren voor de trainers/leerkrachten van de basisscholen neemt u dan contact op met Adrie Noij.

 

CMV Filmpjes

* Aanleren aansluitpas bij  Cool Moves Volleybal.  Adrie maakt gebruik van veel materialen zoals springplank, matten, banken, kast.

Kinderen vinden deze oefeningen fantastisch.

*  Video Kids Volleybal niveau 1-4:       http://www.youtube.com/watch?v=zY1D-aCaKv4

.

Samenleving verwacht méér van docenten bewegen & sport -vervolg

Sport en bewegen voor jong en oud

vervolg van
De belangstelling voor sport en bewegen in onze maatschappij is groot. Uit diverse onderzoeken blijkt dat de samenleving van leraren die bewegen & sport (B&S) geven verwacht dat zij jongeren ook vakoverstijgende, brede maatschappijrelevante zaken bijbrengen. Bijvoorbeeld een gezonde levensstijl, het verleggen van persoonlijke grenzen, samenwerken en waardebesef. Promovenda Hilde Bax beveelt de vakwereld aan meer in te gaan op de wensen van de samenleving. “De samenleving wil dat er ook aandacht besteed wordt aan maatschappij relevante zaken tijdens de gymles”, vertelt Bax. “De algehele tendens is dat de overheid, de inwoners van Nederland en maatschappelijke organisaties het belangrijk vinden dat het vak bijdraagt aan bijvoorbeeld een actieve levensstijl. Ik pleit er ook voor dat basisscholen kwalitatief goed vakonderwijs geven, want die kinderen zijn allemaal op school. Gemeentes starten vaak wel projecten om dergelijke zaken te stimuleren, maar het project stopt vervolgens als het geld op is.”

Zowel de overheid als vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties hebben de competenties van sportdocenten steeds meer uitgebreid en daarmee benadrukken ze hun  pedagogische kwaliteiten. Docenten moeten nadrukkelijk inspelen op de mogelijkheden van leerlingen, rekening houden met verschillen en de leerlingen stimuleren om meer te sporten en te bewegen buiten school. “Van belang is ook om kinderen te motiveren en ze stil te laten staan bij het feit waarom ze voor een bepaalde sport kiezen. Sommige kinderen kiezen bijvoorbeeld voor voetbal, omdat ze het ook leuk vinden om naderhand met hun vriendjes of vriendinnetjes de wedstrijd na te bespreken.”

In Europees verband wordt aangedrongen op een uitbreiding van het aantal lesuren tot drie per week. B&S moet kinderen voorbereiden op een gezonde levenswijze en maatschappelijke waarden als eerlijkheid, zelfbeheersing, solidariteit, teamgeest, tolerantie en fairplay. Voldoende sport zal ook leiden tot betere schoolprestaties en minder schooluitval, stelt de overheid.

Bax wil vertegenwoordigers van de vakwereld, zoals leraren, opleiders, vakdidactici en beleidsmedewerkers, uitnodigen om naast vakinherente en een expliciete plaats in te ruimen voor vakoverstijgende doelstellingen. Daarnaast is meer onderzoek gewenst naar de effecten van bewegen & sport op school. “Mijn vakgenoten zullen kritisch zijn. Een gedeelte zal blij zijn dat er eindelijk onderzoek is verricht naar bewegen&sport, want voorheen ging iedereen uit van aannames. Een andere groep zal wellicht vinden dat hun vak ‘misbruikt’ wordt om als middel te dienen om andere zaken te bereiken. Het zal in ieder geval discussie opleveren.”

Hilde Bax (1956, Voorburg)studeerde, na de CALO in Arnhem, Bewegingswetenschappen aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en is hoofddocent aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding van de Hogeschool van Amsterdam.

Smashbal

SMASHBAL is een uitdagend volleybalspel dat zich richt op de meest aantrekkelijke volleybaltech­niek; de Smash. De volleybalbeleving is binnen dit spel het uitgangspunt, waardoor het smashbal een stoer, aantrekkelijk en uitdagend karakter heeft. Smashbal is opgebouwd uit 4 levels waarbij elke rally eindigt met een smash. Dit volleybalspel richt zich met name op jongens, maar meisjes vinden het ook erg leuk.

Smashen, actie, rally’s en plezier staan centraal

  • – Veel balcontacten per persoon
  • – Iedereen (elk spelniveau) kan het spel spelen
  • – Het spel kan goed gespeeld worden binnen het onderwijs (door move up – move down principe kunnen veel kinderen tegelijkertijd spelen)
  • – Het spel is aantrekkelijk omdat de smash en serve al vanaf level 1 gespeeld wordt
  • – Kinderen kunnen naast hun eigen sport (bv voetbal, hockey) deelnemen aan Smashbal toernooien

Lees verder …..